Lievevrouwepoort of Gevangenpoort
De Lievevrouwepoort (ook bekend als Gevangenpoort ) in Bergen op Zoom is het oudste monument van de stad. De poort dateert uit de 14e eeuw; gebouwd tussen 1330 en 1350.
Het is één van de (weinig) overgebleven voorbeelden van stadspoorten zoals die in de middeleeuwen in Nederlandse steden te vinden waren. Het is de enige overgebleven stadspoort van Bergen op Zoom en is een rijksmonument.
De middeleeuwse stadsommuring heeft nog vier poorten gehad; de Steenbergsepoort, de Verloren Costpoort, de Wouwsepoort en de Bospoort. Van oorsprong bestaat de poort uit de twee ronde torens met een verbindingsstuk en aan de westzijde een voorpoort met
een brug over de stadsgracht. In de loop van de vijftiende eeuw heeft het gebouw zijn functie verloren, omdat het havengebied binnen de ommuring wordt opgenomen (1484 – 1488).
In dit deel van de stad worden allerlei brandgevoelige ambachten gevestigd, zoals meestoven,
pottenbakkers en zoutziederijen.
Om ook dit nieuwe deel van de stad goed te kunnen verdedigen worden aan het havenhoofd
nieuwe poorten gebouwd; de Sint Jacobspoort, de Sint Nicolaaspoort en de Hampoort.
Daar de Lieve-Vrouwepoort midden in de stad komt te liggen en zodoende haar functie
als toegangspoort verliest, wordt in 1485 het poortgebouw verbouwd en krijgt het een
uitbouw aan de stadszijde met arkeltorentjes. Daarna wordt er lange tijd geen onderhoud
verricht aan de poort en in 1619 wordt daarom de voorpoort afgebroken. Verder heeft de
poort ook veel te lijden gehad van de ontploffing van het kruitmagazijn de Stoelemat in 1831.
Van 1485 tot 1932 heeft het gebouw dienst gedaan als gevangenis.
In 1932 is het gebouw gerestaureerd en ingericht als gemeentemuseum. Daarna wordt de
poort gebruikt als jeugdbibliotheek.
Tegenwoordig is de poort een museum en de stichting “In den Scherminckel” gebruikt haar
als expositieruimte voor archeologische vondsten gedaan in Bergen op Zoom.
De fundamenten van de voormalige voorpoort en de stenen brug zijn in 1971, bij de aanleg
van de huidige Westersingel, tijdens archeologisch onderzoek teruggevonden. Zij liggen nu
verborgen onder het plaveisel.
In de nis boven de doorgang aan de havenzijde staat het beeld “Vruchtbaarheid” uit 1934 van
de beeldhouwer P. van Dongen. In de nis aan de stadszijde staat het beeld “Maria” van de
beeldhouwer A. Termote. Het is in 1954 geschonken door de parochianen van de H. Maagd Maria.
De cellen in de torenruimtes op de eerste etage dragen de namen: “Lichte kot” in de
noorder torenkamer en “Donkere kot” in de zuider torenkamer.
Op de tweede etage dragen de cellen de naam van “Lusthof” in de noorder torenkamer en
“Kijk in de Pot” in de zuider torenkamer. Hierin konden poorters of burgers gegijzeld worden
bij onderlinge conflicten, die geen verband hielden met strafzaken of misdaden.
Op enkele deuren en op de wand van de burgergijzelkamer zijn nog door gevangenen
aangebrachte inkervingen zichtbaar.